Geschiedenis

Opkomst textielindustrie

Roombeek is een wijk met een rijke historie. In 1890 maakte de opening van de spoorlijn van Enschede naar Oldenzaal Roombeek tot een aantrekkelijke vestigingsplaats voor textielfabrieken. Hierdoor ontstond in de 19de en begin 20ste eeuw een grote concentratie aan fabriekscomplexen in en rond Roombeek. Grote fabrieken waren de katoenspinnerij Bamshoeve, de katoenafhandelfirma Rozendaal, de firma N.J. Menko en Spinnerij Roombeek. Daarnaast vestigde ook de bekende bierbrouwer Grolsch haar fabriek in Roombeek. De industrialisatie leidde tot een groeiende vraag naar arbeidskrachten en daarmee ook tot een vraag naar huisvesting. Zo ontstonden de eerste arbeiderswijken zoals Roomveldje en Kroedhöfte. De verschillende arbeiderswijken zorgden voor een gevarieerde lappendeken aan wijkjes in Enschede-Noord.

In hoogtijdagen van de textielindustrie was Enschede de tweede textielstad van de wereld, na Manchester in Engeland. Er werkten zo’n 50.000 mensen direct in de textielindustrie en 300.000 mensen in de regio Twente waren hiervan afhankelijk. De textielindustrie was dan ook zeer belangrijk voor de werkgelegenheid in Enschede en omgeving.

Na de textielindustrie

Eind jaren zestig kwam echter een eind aan de eens zo florerende textielindustrie in Enschede. Hoofdoorzaak hiervan was de verplaatsing van de textielproductie naar lagelonenlanden. Binnen tien jaar stopten veel fabrieken hun productie en werden veel fabriekspanden in Enschede gesloopt. In Roombeek heeft een groot aantal de sloopbal wel overleefd. Roombeek is in de jaren ’90 opgenomen in het Monumenten Inventarisatie Project voor jongere bouwkunst en stedenbouw 1850-1940. De leegstaande fabriekshallen van de Bamshoeve werden door kunstenaars gebruikt als ateliers. Ook waren er vele kleine ondernemers gevestigd. De inmiddels verouderde arbeiderswoningen werden nog steeds bewoond. Dit was de situatie in Roombeek op het moment van de vuurwerkramp.